Maandag 26 en dinsdag 27 februari waren we op bezoek bij maar liefst vier producenten in het meest prestigieuze witte wijngebied ter wereld: de Côte de Beaune. Vanuit Beaune (waar we van maandag op dinsdag overnachtten) bezochten we de dorpen Puligny-Montrachet, Chassagne-Montrachet en (het wellicht wat minder bekende) Saint-Romain. Uiteraard werd er hier en daar wat rood gedronken, maar de spotlight was gereserveerd voor wit van chardonnay.
Waar ik vorige week schreef over het noordelijkste deel van de Côte d’Or, is het nu tijd om haar zuidelijke partner onder de loep te nemen. De Côte de Beaune strekt zich grofweg uit van Pernand-Vergelesses in het noorden tot Cheilly-lès-Maranges in het zuiden. Het tegenstrijdige van deze regio is dat er meer rood dan wit geproduceerd wordt, maar de regio juist om witte wijn bekend staat. Dat is te danken aan namen als Chassagne- en Puligny-Montrachet, Saint-Aubin en natuurlijk heavyweight (letterlijk en figuurlijk) Meursault, die allen rijke, rijpe en opgevoede chardonnay-wijnen voortbrengen. Na een ochtendprogramma in de Côte Chalonnaise (daarover volgende week meer) begaven wij ons, na de lunch bij Le Terroir in Santenay, naar Chassagne-Montrachet voor onze eerste afspraak.
7 Rue Aligoté, 21190 Chassagne-Montrachet. Na een bliksembezoek aan Domaine Bzikot in Puligny-Montrachet, reden we vijf minuten in zuidelijke richting naar Chassagne-Montrachet. Even ter verduidelijking: Puligny en Chassagne zijn twee aparte dorpjes, maar hebben beide in 1879 de naam van de beste (of in ieder geval de bekendste) wijngaard, genaamd Le Montrachet (een van de 33 Bourgogne grands cru’s), achter hun dorpsnaam geplakt. Dat wil dus niet per se zeggen dat je een grand cru wijn drinkt, al staat de naam van die grand cru dus wel op het etiket omdat het dus deel van de dorpsnaam uitmaakt…
Enfin, we kwamen aan bij Domaine Bouard-Bonnefoy, en eigenaar Fabrice liet er geen gras over groeien: voor we het wisten werd ons glas gevuld met de eerste wijn, de aligoté, met niet veel later de Bourgogne Blanc. Met name die laatste was prijs/kwaliteit zeer interessant. Vervolgens gingen we over op een iets minder bekende appellation, maar die een grote toekomst wordt toegedicht door critici en wijnjournalisten: Saint-Aubin. Deze herkomstbenaming heeft geen grands cru’s, maar wel premiers cru’s, waar we er twee van te proeven kregen: Les Combes en Les Charmois. Saint-Aubin ligt iets ten westen van Puligny en Chassagne, en iets hoger op de heuvels waardoor het er iets koeler is: een voordeel in een opwarmend klimaat. De wijnen zijn dan ook net iets frisser, al wordt dat fraai omhuld door de luxe houtrijping die de wijn rijk is. Een appellation om in de gaten te houden!
Toen werd het tijd voor de grote namen. Het spits werd afgebeten door de Puligny-Montrachet: fantastisch, maar waarschijnlijk niet aan te komen vanwege de zeer geringe oplage (slechts één vat). Daarna volgde er een hele rits Chassagne-Montrachet, beginnend bij de “gewone” Chassagne-Montrachet (in het Frans “villages” genoemd). De houtrijping leek er hier iets dikker bovenop te liggen dan bij de Puligny, en de wijn kwam iets rijker en rijper over. Vervolgens kregen we een flight aan Chassagne-Montrachet Premier Cru. In geproefde volgorde: La Maltroie, Les Chenevottes, Les Macherelles, Les Vergers en last but not least Morgeot Les Petits Clos. Stuk voor stuk topkwaliteit, met zeer subtiele onderlinge verschillen. De proefgroep vond La Maltroie en Les Vergers het mooist, ik vermoed vanwege het feit dat deze wijnen net iets meer frisheid leken te bezitten en het (zeer aanwezige) houtgebruik enigszins verteerbaarder maakten. We sloten af met rode Chassagne-Montrachet Vieilles Vignes: ook hier een gestructureerde, gespierde wijn boordevol rijp pinot-fruit en een goed behouden frisheid. We bedankten Fabrice en gingen door naar het hoogst gelegen wijndorp van de Côte de Beaune.
Fabrice neemt een vatmonster Chassagne-Montrachet rouge.
5 Rue sous la Velle, 21190 Saint-Romain. De gemeente Saint-Romain doet waarschijnlijk geen belletje rinkelen: het is een van de kleinere gemeente-appellations in de Côte d’Or, en telt "slechts" 100 hectare wijngaarden. Van die 100 hectare bezit Alain Gras er maar liefst 20, en hij wordt dan ook als voorvechter van de appellation gezien. Door de hoge ligging van Saint-Romain (tot 450 meter boven zeeniveau) zijn de wijnen frisser en lichter. Ook in het nabij gelegen Auxey-Duresses bezit Alain anderhalf hectare wijngaard. Deze appellation ligt precies tussen Saint-Romain en Meursault in: qua hoogte, qua afstand en eigenlijk ook qua stijl van de wijn. Domaine Alain Gras hebben wij vorig jaar toe kunnen voegen aan ons assortiment, maar veel is er helaas niet beschikbaar: 60% van zijn productie is gereserveerd voor de Franse horeca (van de 26 Franse restaurants met 3 Michelin-sterren zijn er 21 die met de wijnen van Alain werken).
Op de proeftafel kwamen beide witte Saint-Romains: Les Cinq Climats en Sous Le Château, die beide erg elegant en fijn overkwamen. De witte Auxey-Duresses werd vervolgens geproefd, die duidelijk wat rijker en voller was. Daarna over naar rood, in dezelfde volgorde: eerst Saint-Romain, daarna Auxey-Duresses. Ook hier gold dat de Saint-Romain lichtvoetiger en frisser was tegenover de iets rijkere, vollere Auxey-Duresses. Stuk voor stuk zeer smaakvolle, elegante wijnen die het ontdekken waard zijn. In het kader van een opwarmend klimaat zal het hooggelegen Saint-Romain de komende jaren steeds vaker de revue passeren, aldus ons oordeel. We bedankten Alain en vertrokken richting Puligny, onze laatste stop.
Uitzicht vanaf Domaine Alain Gras over de wijngaarden van Saint-Romain.
8 Bis Grande Rue, 21190 Puligny-Montrachet. Waar we eerder te gast waren in Chassagne, kwamen we nu aan in dat andere dorpje dat zijn naam heeft verbonden aan haar bekendste (gedeelde) Grand Cru-wijngaard. We werden ontvangen door eigenaar Jean-Michel, de vijfde generatie van dit familiebedrijf (sinds 1859). We verplaatsten ons na een korte introductie vrij snel richting de vinificatieruimte/kelder, in dezelfde straat op zo’n 200 meter afstand. Net zoals bij Fabrice van Domaine Bouard-Bonnefoy, proefden we ook hier een brede selectie uit het vat van oogstjaar 2023 (de gebottelde flessen van oogstjaar 2022 zijn immers al verdeeld en grotendeels de deur uit).
We begonnen “simpel”: Bourgogne Côte d’Or Vieilles Vignes, gevolgd door de Bourgogne Hautes Côtes de Beaune Vieilles Vignes (hoger gelegen wijngaarden in het westelijke deel van de Côte d’Or). Beide wijnen waren behoorlijk fris maar zelfs al op dit “instap”-niveau was de prijs/kwaliteit verhouding (al is het natuurlijk nog even afwachten hoeveel deze wijnen zullen kosten zodra daadwerkelijk gebotteld en in huis) absoluut te gek. Ook de Rully zit rond deze prijsklasse, en kwam zeer goed voor de dag.
Jean-Michel voor de ingang van grand cru Chevalier-Montrachet.
We vervolgden de proeverij met enkele minder bekende gemeente appellations: Santenay, Savigny-lès-Beaune en Pernand-Vergelesses. Het niveau begon langzaam te stijgen (zowel prijs, als kwaliteit). Met name de Savigny-lès-Beaune was een welkome verrassing: een mooie balans tussen frisheid en rijkdom, mooi elegant en een prachtige afdronk. In de geest van de gemeentelijke appellations schakelden we nog een tandje bij: achtereenvolgens werden de witte Chassagne-Montrachet en de Puligny-Montrachet geproefd. Beide prachtig, maar de Puligny leek net iets meer frisheid te bezitten om het houtgebruik te tackelen, en was onder de proevers (licht) favoriet.
Tijd voor cru’s! Premiers als eerste, zoals de naam al doet vermoeden. In het glas Saint-Aubin Premier Cru Les Murgers des Dents de Chien. Deze cru-met-de-lange-naam ligt vlak boven grand cru Le Montrachet, maar dan met een zuidelijke expositie in plaats van de oostelijke expositie die Montrachet rijk is. Het verschil tussen premier cru en grand cru is hier dus slechts enkele honderden meters. Na de Saint-Aubin kwam een drietal Puligny-Montrachet premiers cru’s aan bod: Folatières, Clos de la Pucelle en Clos du Cailleret. Allemaal fabelachtig mooi en moeilijk te beschrijven: perfectie in een glas! Maar we waren nog niet klaar…
When in Rome… de oplettende lezer voelt het misschien al aankomen: het was grand cru-tijd. Corton Charlemagne, Bâtard-Montrachet en Chevalier-Montrachet. Het slaat natuurlijk nergens op om hier nu over te vertellen wat wij er van vonden: deze wijnen zijn in a league of it’s own. Dit was meer dan we hadden durven dromen bij aankomst, en een unieke kans om dit kaliber wijnen te mogen proeven (hoewel het natuurlijk nog piepjong is, maar toch). Enigszins met stomheid geslagen en zwaar onder de indruk van al het prachtigs dat geproefd was, bedankten we Jean-Michel (zowat op blote knieën) en nodigden hem uit mee te eten bij Le Soufflot, een dorp verder op (Meursault), waar een simpel, instap-flesje Puligny-Montrachet villages werd besteld… (voor altijd verpest).
Zicht vanaf Bâtard-Montrachet, met in de verte Chevalier-Montrachet.
Is je interesse gewekt en wil je meer weten over onze wijnen uit de Côte de Beaune? Bekijk dan onze pagina over de derde week van onze April Bourgognemaand, waar je onder meer prachtige wijnpakketten uit dit wereldberoemde deel van de Bourgogne kunt vinden!