Er zijn van die wijntermen waarbij we ons soms afvragen of het de intentie was om ons op het verkeerde been te zetten. Voorbeeld: de herkomstbenamingen Pouilly-Fuissé en Pouilly-Fumé, waarbij eerstgenoemde klassieke wijnen op basis van Chardonnay voortbrengt met vaak de nodige houtrijping voor een vollere, ronde smaak, en laatstgenoemde juist intens frisse, knisperende wijnen voortbrengt op basis van Sauvignon Blanc die menig flesje tot B-merk citroensap laten degraderen. Het verschil in naam is miniem, maar het verschil in wijn kan bijna niet groter. Of neem het scala aan synoniemen voor Tempranillo, waar je door de bomen het bos niet meer kunt zien; Aragonez, Arauxa, Cencibel, Tinta del País, Tinta de Toro, Tinta Roriz, Tinto Fino, Ull de Llebre en Valdepeñas zijn er slechts een aantal. Voor de gevorderde wijnliefhebber al een hele kluif om alles uit elkaar te houden en te herkennen, laat staan voor de beginnende wijndrinker. En dan is er Italië. Ik zal het hier niet hebben over de synoniemen voor de Sangiovese druif (volgens sommigen rond de 80) of de eindeloze subregio’s van Chianti. We houden het een stuk eenvoudiger; we gaan het hebben over een herkomstbenaming die dezelfde naam draagt als een druivensoort die voor het overgrote deel in een ander gebied staat aangeplant: Montepulciano. Makkelijker kan ik het niet maken, wel leuker.
De druivensoort Montepulciano is een late rijper met een natuurlijke hoge opbrengst in de wijngaard. Laat rijpende druivenrassen doen het over het algemeen goed in warmere klimaten, zo ook deze druif; de Marken, de Abruzzen, Molise en Puglia zijn de meest vooraanstaande gebieden als het op deze druif aankomt. Ook Toscane en Umbrië hebben hier en daar wat Montepulciano stokken, maar deze zijn hier minder rendabel vanwege het iets koelere klimaat. De hiervoor vermeldde Abruzzen spannen de kroon als het op deze druivensoort aankomt; Montepulciano d’Abruzzo is er in veel soorten en maten, maar geniet bekendheid alom. Ook is er een aantal wijnen waarbij niet per se Montepulciano op het etiket staat vermeld, maar die het wel degelijk bevatten. Rosso Conero (minimaal 85%), Rosso Piceno (35% tot 70%) en Offida (rosso - minimaal 50%) zijn allemaal wijnen die voor een groot deel uit de Montepulciano druif moeten bestaan. Buiten Italië vinden we deze druif maar mondjesmaat; een handjevol staat aangeplant in Californië, Australië, Nieuw-Zeeland en (een beetje flauw maar toch) Malta.
In optima forma geeft Montepulciano donkere wijnen met rijpe maar robuuste tannine; een ideale partner in de blend met een wat elegantere tegenspeler (komen we toch weer over sangiovese te spreken) maar als monocépage ook absoluut capabel om een dijk van een wijn neer te zetten. Zo vinden ook Amadeo De Luca en Antonio Patricelli van Azienda Collefrisio. Zij maken sinds 2004 wijn van biologisch geteelde Montepulicanodruiven. De stijl varieert van fruitgedomineerde en sappige rosé tot weelderige, zelfs krachtige en kelderwaardige rode wijnen. Overigens staat niet alleen deze druif aangeplant op hun percelen; ook de witte varianten Pecorino, Falanghina en Trebbiano worden verbouwd en verwerkt tot aromatische wijnen die gastronomisch zeer breed inzetbaar zijn.
Deze maand profiteer je van een mooie korting op een groot deel van het Collefrisio assortiment, waaronder zelfs een afgeprijsd proefpakket van 6 verschillende flessen om zo kennis te maken met het werk van Amadeo en Antonio. Een mooie manier om de veelzijdigheid van deze druif te leren kennen.
Het wijngebied Montepulciano ligt in Toscane, ten oosten van Montalcino (bekend vanwege Brunello) en ten zuiden van Chianti. Je zou misschien denken dat je hier de druif Montepulciano in overvloed staat aangeplant, maar nee: dit is het land van Sangiovese (of Prugnolo Gentile, zoals de druif lokaal heet).
Kort door de bocht worden er hier twee wijnen gemaakt: Rosso di Montepulciano en Vino Nobile di Montepulciano. Kleine broer Rosso is wat zachter, fruitiger en soepeler; grote broer Vino Nobile is robuuster met meer structuur en concentratie. Deze mag pas op de markt worden gebracht vanaf 2 jaar na de oogst, waarvan 1 jaar op hout gerijpt moet zijn. Binnen de categorie Vino Nobile, vind je daarnaast Vino Nobile Riserva. Hiervoor zijn de rijpingseisen nog strenger: deze wijn mag pas 3 jaar na de oogst op de markt komen.
Om te worden gelabeld met de DOCG Vino Nobile di Montepulciano, moeten wijnen voor minstens 70% van Prugnolo Gentile worden gemaakt. Sinds 2017 is er een aantal producenten dat onder het collectief Alliance Vinum louter Vino Nobile van 100% Prugnolo Gentile maakt, om hiermee het unieke karakter van de streek te behouden. Zo ook Michele Manelli van Azienda Agricola Salcheto. Dit domein bezit een vijftigtal hectaren, verdeeld over drie percelen. De wijngaarden liggen relatief hoog (450 meter boven zeeniveau), waardoor ze meer aroma’s en frisheid behouden. De manier van werken (in de wijngaard én in de kelder) staat hier grotendeels in het teken van milieuvriendelijkheid: waar mogelijk wordt er zo min mogelijk energie verbruikt, wordt water hergebruikt en worden de druiven biologisch geteeld. Daarnaast gebruikt Salcheto zo licht mogelijke flessen, om te besparen op milieubelastend transport.
Op zoek naar een lichte, aardse Chianti? Een soepele, fruitige Rosso di Montepulciano of een stevige, krachtige Vino Nobile? Dan zijn de wijnen van Salcheto absoluut het proberen waard.
Aan het begin van mijn verhaal schreef ik dat er wijntermen zijn die ons op het verkeerde been kunnen zetten. Montepulciano hoort zeker in dat rijtje thuis. De druif en het wijngebied zijn makkelijk te verwarren, maar hebben elk hun eigen verhaal. Met de uitleg in deze blog haal je de twee hopelijk nooit meer door elkaar! Een nog betere manier? Proeven natuurlijk! ;-)